We kunnen er niet meer omheen. Het coronavirus heeft de wereld in haar ban. Per dag raken meerdere mensen besmet en loopt het dodental op. Landen sluiten hun grenzen en mensen worden gedwongen binnenshuis te blijven. Al deze maatregelen worden getroffen ter bestrijding van het nog redelijk onbekende coronavirus.

Het virus raakt het bedrijfsleven indirect net zo hard. De normale productie van goederen en diensten ligt bij meeste ondernemingen stil waardoor ze financieel harde klappen krijgen. De aankomende periode vraagt naar een andere werkmethodiek, wat bij ons niet anders is. Zo zullen wij individuele gesprekken alleen telefonisch of via videobellen uitvoeren en proberen we zoveel mogelijk op afstand te overleggen.

Sinds de strikte maatregelen van toepassing zijn, begon de angst onder de Nederlandse bevolking te groeien. Angst is een gevaarlijk component binnen deze pandemie, aangezien het een krachtig effect heeft op mensen. In deze crisis is er sprake van angst voor het onbekende. Men vraagt zich af of hun dierbaren slachtoffer zullen worden of wat er met hun eigen gezondheid zal gebeuren. Het virus heeft ons nog niet allemaal fysiek te pakken gekregen, maar zeker wel mentaal.

Hoewel de pandemie voor sommigen desastreuse gevolgen heeft, brengt het een aantal gelukkige bijkomstigheden met zich mee. Nog nooit tevoren heeft de samenleving zó stil gestaan. Denk aan degene die rust en stilte nodig hebben en hier nu voldoende in worden voorzien tijdens een wandeling over straat. Denk aan de pubers met ‘fear of missing out’ die nu geen spannend feestje meer kunnen mislopen. Denk aan alle werknemers die bijna burn-out zijn en nu niet meer worden overvraagd op werk. We worden gedwongen om eens compleet een alternatief leven te leiden dan het alsmaar doorgaande leven waaraan we gewend zijn.

We merken ook dat mensen zich vooral gaan focussen op hun naasten en zichzelf. Moeders willen hun uitwonende kinderen thuis hebben en opeens heeft iedereen het idee dat het massaal inslaan van producten nodig is. Tóch zoeken sommigen juist in deze tijd elkaar op. De Facebookpagina ‘Coronahulp’ is hier een voorbeeld van, aangezien het er onder andere voor heeft gezorgd dat restaurantvoorraden bij het Leger des Heils en de Voedselbank zijn terecht gekomen. Ook werd een oproep gedaan om eenzame ouderen een wenskaartje te sturen en werden boeken uitgewisseld in deze tijden van verveling. Onze zorgmedewerkers staan al lange tijd onder enorme druk maar er wordt nu pas voor ze geapplaudisseerd. Het zou zonde zijn als we de extra tijd die het virus onze samenleving heeft gegeven niet zouden gebruiken om ons af te vragen wat we structureel anders moeten gaan doen.

Het is frappant dat een gewelddadig virus nodig is om zo met elkaar in verbinding te komen. Wat doen we als het virus onder controle is? Ruil jij je avond bij je eenzame oma dan weer in voor een feestje? Ga jij dan weer door met het onderschatten van de bijdrage die ons zorgpersoneel levert? Kortom, ga je gewoon door op de manier waarop je je leven altijd hebt geleid?